HET
BEGIN
VAN
DE
OORLOG
Toen
op
10
mei
1940
de
oorlog
uitbrak,
gebeurde
datgene,
waar
veel
mensen
al
lange
tijd
bang
voor
waren
geweest.
De
Duitsers
waren
op
het
oorlogsfront
reeds
in
veel
landen
van
Europa
actief. Ondanks
geruststellende
berichten
van
de
Nederlandse
regering
viel
Duitsland
Nederland
toch
binnen.
Het
was
een
angstaanjagende
ervaring
en
voor
ons,
anno
1995,
nauwelijks
voor
te
stellen.
De
ommekeer
voltrok
zich
binnen
vijf
dagen.
Hessel
Kuipers,
die
toen
in
Hindeloopen
leefde,
herinnert
zich
het
volgende:
Graag
neem
ik
u
mee
naar
het
voorjaar
van
1940
om
u
te
vertellen
hoe
ik
het
uitbreken
van
de
oorlog
in
Hindeloopen
heb
ervaren. In
Hindeloopen
heerste
toen
een
schijnbare
rust.
Die
rust
was
echter
maar
betrekkelijk.
Veel
jongens
waren
opgeroepen:
op
24
augustus
1939
voor
de
voormobilisatie,
later
gevolgd
door
de
eigenlijke
mobilisatie.
Velen
waren
in
verschillende
uithoeken
van
het
land
terechtgekomen. Evert
Penning
weet
zich
de
volgende
namen
te
herinneren
van
mannen,
die
in
de
jaren
1939-1940
in
de
Nederlandse
strijdkrachten
dienden.
Allen
woonden
destijds
in
Hindeloopen.
Bij
de
Landmacht:
Pieter
Doedes
Bakker,
Thomas
de
Boer,
Rinke
de
Boer,
Johannes
Dikkes,
Piet
Epema,
Jelle
Eekma,
Dorus
Gerlsma,
Pieter
Gerlsma,
Broer
Gerlsma,
Roelof
Leenstra,
Eeltje
Mulder,
Hendrik
Mulder,
Klaas
Poeze,
Foppe
Stallmann,
Abel
ten
Kate
(later
in
de
oorlog
in
de
Prinses
Irene
Brigade),
Thones
Glashouwer,
Bjinze
de
Jong,
Siebolt
Klaaren,
Tjalling
Ligthart,
Ids
Steiginga,
Siebrand
Smid,
Tjeerd
Zoethout,
Bauke
Wiersma,
Jan
Ypma. Bij
de
Koninklijke
Marine:
Iege
Blom,
Wiggert
Blom,
Hartman
Sjoerds,
Ienze
de
Jong,
Hendrik
Valk. Hessel
Kuipers
vervolgt
zijn
verhaal: In
de
dagbladen
waren
al
spoedig
foto's
van
'onze
jongens'
verschenen.
Zo
ook
een
foto
van
twee
muzikanten,
waaronder
Piet
Gerlsma
uit
Hindeloopen,
bij
de
Prins
Hendrikkazerne
in
Leeuwarden.
Zij
beoefenden
de
edele
kunst
van
de
muziek.
Het
onderschrift
van
de
foto
luidde:
"Als
deze
twee
hun
beste
beentje
voorzetten,
dan
loopt
niemand
in
de
kazerne
kans
zich
te
verslapen." De reveille blazen, 30 april 1940. Rechts vooraan Piet Gerlsma. Vakantie
was
er
voor
de
meesten
niet
bij.
De
vele
werkelozen
werden
scherp
in
de
gaten
gehouden.
Mijn
vader
was
timmermansknecht
en
op
dat
moment
werkeloos.
Voor
mijn
oom
Jetze
Kuipers
timmerde
hij
eens
een
bergplaats
van
afbraakhout.
Hij
wilde
daarvoor
geen
beloning
ontvangen,
want
dat
zou
toch
maar
van
zijn
uitkering
worden
afgehouden.
Omdat
ik
mijn
vader
flink
geholpen
had,
kreeg
ik
twee
kwartjes
voor
in
mijn
spaarpot.
Toen
mijn
vader
zaterdags
op
het
gemeentehuis
zijn
zeven
gulden
steun
ging
ophalen,
kreeg
hij
daar
de
wind
van
voren.
Die
twee
kwartjes
had
hij
immers
niet
opgegeven!
Zodoende
ontving
hij
die
keer
maar
zes
gulden
en
vijftig
centen
om
de
hele
week
mee
door
te
komen.
De
'memmen'
uit
die
tijd
moesten
elke
cent,
ja
zelfs
elke
halve
cent,
wel
twee
keer
omkeren
voor
ze
eraan
toekwamen
om
hem
uit
te
geven.
Toch
kostte
een
kilo
piepers
slechts
6
cent
en
de
suiker
47
cent
per
kilo.
Vele
moeders
kwamen
in
die
tijd
wel
eens
met
een
goedkoop
pakje
boter
of
met
een
extra
goedkoop
blik
vlees
of
gehakt
thuis:
gehaald
bij
het
Crisiscomité. De
meeste
inwoners
waren
ondanks
alles
toch
wel
'met
elkaar'
zoals
dit
zo
mooi
heet.
Er
zijn
ook
in
Hylpen
nog
wel
gevallen
bekend
dat
de
één
voor
de
ander
ging
'lopen'
(eten
of
geld
inzamelen),
omdat
een
gezin
onder
het
bestaansminimum
leefde.
Zo
sukkelden
we
uiteindelijk
naar
het
voorjaar
van
1940
en
wel
naar
de
nacht
van
9
op
10
mei.
Slechte
slapers
hoorden
die
nacht
veel
vliegtuigen
overkomen.
Dat
gebeurde
echter
wel
vaker
en
de
meesten
hadden
zich
nog
eens
lekker
omgedraaid.
Zo
niet
mijn
tante
Sjouk
Woldhuizen,
die
met
haar
dochtertje
Geertje
op
de
arm
bij
ons
aanklopte.
Ze
vertelde
dat
de
Duitsers
ons
land
waren
binnengevallen
en
dat
er
bij
de
grenzen
hard
werd
gevochten.
Het
was
toen
5
uur. Iedereen
ging
naar
de
haven
en
velen
luchtten
daar
hun
gemoed
over
de
rotstreek,
die
de
Duitsers
ons
nu
flikten.
Sommigen
meenden,
dat
ook
in
Hindeloopen
wel
eens
soldaten
konden
komen
om
tegen
de
indringers
te
gaan
vechten.
Dat
maakte
de
gemoedstoestand
van
menig
bewoner
er
nu
niet
bepaald
beter
op.
De
gemeenteveldwachter
Jan
Zweed,
die
met
omgehangen
karabijn
door
Hylpen
fietste,
werkte
erg
rustgevend.
Dit
ondanks
dat
bepaalde
inwoners
hun
twijfels
hadden
of
deze
persoon
wel
wist
hoe
hij
ermee
om
moest
gaan. Als
deel
van
de
luchtbescherming
was
de
toren
bemand
en
van
daaruit
stond
men
in
verbinding
met
het
gemeentehuis.
Daar
zat
Johan
Stallmann
voortdurend
bij
de
radio
om
alle
berichten
op
te
vangen.
Het
ging
vooral
om
overvliegende
vliegtuigen.
Piet
Epema,
de
opzichter
van
het
waterschap,
veroorzaakte
bij
de
slager
nogal
wat
paniek
met
zijn
opmerking,
dat
als
het
zo
doorging,
de
Duitsers
gauw
in
Hindeloopen
zouden
zijn.
De
klanten
waren
in
een
mum
van
tijd
uit
de
winkel
verdwenen. Ondertussen
waren
er
ook
schepen
met
vluchtelingen
uit
Makkum
en
Kornwerderzand
de
haven
komen
binnenvaren.
Er
was
voor
hen
een
opvang
in
de
christelijke
school
ingericht.
Op
het
dak
van
de
school
was
een
rood
kruis
geschilderd.
Walle
Pijlman,
die
op
11
mei
zijn
dochter
Afke
achter
op
de
fiets
uit
Bolsward
had
opgehaald,
vertelde
dat
hij
op
de
terugweg
veel
Duitse
soldaten
was
tegengekomen.
Die
waren
op
zijn
bellen
toch
maar
voor
hem
aan
de
kant
gegaan.
Ook
kwamen,
't
was
ongeveer
19.00
uur,
de
eerste
twee
Duitse
verkenners
in
Hylpen
aan.
Na
een
korte
rondblik
verdwenen
zij
weer
op
de
fiets.
In
de
nacht
van
11
op
12
mei
was
er
een
afdeling
Duitse
soldaten
in
Hindeloopen
aangekomen.
Ze
hadden
hun
geschut
op
de
afrit
van
de
dijk
tegenover
de
oude
Kerkstraat
opgesteld;
waarnemers
lagen
met
verrekijkers
tegen
de
dijk. Op
zondagmorgen
12
mei
om
9.45
uur
zagen
de
bemanningsleden
van
de
Nederlandse
H.M.
Friso
(behorende
tot
de
zgn.
IJsselmeerflottielje
en
belast
met
de
bewaking
van
het
IJsselmeer),
dat
Duitse
militairen
bij
Stavoren
bezig
waren
geschut
op
te
stellen.
Verder
namen
ze
waar,
dat
de
veerboot
Bosman
onder
stoom
werd
gebracht.
Vermoedelijk
wilden
de
Duitsers
daarmee
het
IJsselmeer
oversteken.
Op
een
afstand
van
ca.
3000
meter
van
de
haven
draaide
de
Friso
bij
en
donderde
het
eerste
salvo
uit
haar
kanonnen,
richting
vasteland.
Zwarte
rookwolken
toonden
treffers
aan;
de
brug
van
de
veerboot
werd
aan
de
achterkant
geraakt.
De
Duitsers
begonnen
nu
ook
terug
te
schieten.
Schoten
op
de
Duitse
batterijen
leverden
voltreffers
op
en
brachten
hun
geschut
tot
zwijgen.
Door
al
dat
lawaai
liep
de
N.H.
kerk,
waar
een
kerkdienst
was
begonnen,
in
een
mum
van
tijd
leeg.
Bij
de
gereformeerde
kerk
kwam
Tjalke
de
Boer
zijn
vrouw
en
kinderen
ophalen
en
ook
deze
kerkdienst
ging
als
een
nachtkaars
uit.
Willem
Kuipers
moest
op
deze
dag,
samen
met
zijn
broer
Hessel,
een
lijkkist
maken.
Een
oudere
opvarende
van
één
van
de
evacuatieschepen
uit
Makkum
was
in
het
ruim
gevallen
en
overleden.
Hij
werd
op
het
kerkhof
in
Hylpen
begraven.
Op
12
mei
vertrokken
er
verscheidene
burgers
uit
hun
vertrouwde
huizen
naar
de
omliggende
boeren.
Ze
waren
bang,
dat
er
ook
in
Hindeloopen
zou
worden
geschoten. Op
13
mei
liepen
weer
veel
mensen
naar
de
zeedijk
en
de
haven.
Nu
om
te
kijken
naar
de
luchtaanvallen
van
Duitse
vliegtuigen
op
de
forten
van
Kornwerderzand
en
de
beschieting
door
de
rijdende
artillerie
vanaf
de
kop
van
de
Afsluitdijk.
De
aanval
liep
op
niets
uit.
Duitse
soldaten
stonden
op
de
avond
van
deze
dag
op
de
haven
en
lieten
foto's
van
hun
familie
zien
aan
de
Hylpers.
Zij
trakteerden
op
chocolade
terwijl
hen
ondertussen
het
huilen
nader
stond
dan
het
lachen.
Zij
waren
de
volgende
dag
aan
de
beurt
om
naar
de
Afsluitdijk
te
gaan,
waar,
zoals
zij
zeiden,
al
veel
van
hun
kameraden
waren
omgekomen.
Op
14
mei
was
er
weer
veel
belangsteling
op
de
dijk
en
bij
de
haven.
Er
was
nu
een
veel
zwaarder
kanongebulder
te
horen.
De
Nederlandse
forten
op
Kornwerderzand
hadden
toendertijd
zeer
modern
5
cm
geschut,
dat
echter
vanwege
zijn
draagwijdte
de
kop
van
de
Afsluitdijk
niet
kon
bereiken.
Daar
de
bereden
Duitse
veldartillerie
over
8,8
cm
batterijen
beschikte,
kreeg
men
in
de
stelling
veel
last
van
het
Duitse
vuur. Men
besloot
daar
iets
aan
te
doen.
De
moderne
kanonneerboot
Hr.
Ms.
Johan
Maurits
van
Nassau
werd
vanuit
Den
Helder
naar
Kornwerderzand
gedirigeerd.
Om
ca.
9.00
uur
opende
hij
het
vuur
op
de
Duitse
stellingen
met
o.a.
zijn
drie
zware
15
cm
vuurmonden.
Dit
was
in
Hindeloopen
duidelijk
te
horen.
Honderd
schoten
bleken
voldoende
om
het
vuurwerk
van
Duitse
zijde
te
doen
ophouden. De
oorlog
was
voor
Nederland
in
een
kritiek
stadium
beland.
De
Grebbelinie
was
doorbroken,
Rotterdam
was
gebombardeerd
en
Utrecht
werd
met
dezelfde
maatregel
bedreigd.
Daarom
werd
het
land
op
15
mei
aan
de
Duitsers
overgegeven
met
uitzondering
van
de
provincie
Zeeland.
In
de
tussentijd
waren
de
meeste
Hindelopers
naar
hun
eigen
plekje
teruggekeerd
en
het
leven
hernam
zijn
loop.
Langzamerhand
kwamen
ook
de
militairen
weer
naar
huis,
of
de
familie
had
bericht
dat
ze
nog
in
goede
gezondheid
waren.
We
stonden
aan
het
begin
van
vijf
lange,
bange
jaren
oorlog.
|