DE BEVRIJDING

 En toen, na vijf lange, lange jaren, was het eindelijk zover. Het einde van de oorlog was nabij.

 Op 8 april werd vanuit Engeland de slagzin 'De fles is leeg' verzonden. Dat was het sein voor Friesland om in actie te komen teneinde het oprukken van de bevrijders gemakkelijker te maken. De groep in Hindeloopen moest echter nog even wachten. Wim Mol daarover:

Zaterdag 14 april 1945 kregen wij bericht de wapens voor de dag te halen om 's nachts de verkeerswegen te bewaken en eventuele vijandelijke troepen te storen of mogelijk gevangen te nemen.

 Maandag 16 april kwam het bevel voor algehele bewapening. Met onze groep zijn we naar de kruising Koudum-Workum gegaan en hebben ons in de boerderij van Meindert de Boer gevechts­klaar gemaakt. Enkele ramen werden uit de kozijnen gestoten, zodat we de lopen van onze wapens naar buiten konden steken.

's Middags zagen we een tank vanuit de richting Workum aankomen rijden. De mannen maakten zich klaar om hun wapens te gebrui­ken. Dirk Blom gaf hen instructies, terwijl ik ondertussen met enige handgranaten dekking zocht aan de kant van de weg. Het was de bedoeling de granaten onder de aankomende tank te gooien en deze op die manier onschadelijk te maken. Toen ik klaar stond om te gooien, zag ik dat het geen Duitse tank was maar een Canadese. Wat een geweldige opluchting! Terwijl ik de weg oprende, stopte de tank. De mannen kwamen juichend naar buiten en omringden hem. Nadat we ons bekend hadden gemaakt, vroegen de Canadezen of er Duitsers in het stadje waren.  

De bevrijding was voor ons begonnen en 's avonds om ongeveer 7 uur trokken verschillende tanks Hindeloopen binnen. Het was een spitspatrouille, die zich later weer terugtrok. Op dinsdag 17 april stroomden de Canadese troepen Hindeloopen binnen en ons stadje was bevrijd.

                                                                  

                                                                                    Een Canadese Brenguncarrier arriveert in Hindeloopen op

maandag 16 april 1945 tussen 18.00 en 19.00 uur.

Foto: Henk de Bruin.       

Ook Reitje Stallmann ligt de datum 16 april 1945 nog vers in het geheugen:

Het was de laatste dagen allemaal wat anders dan anders en er hing een gespannen sfeer. Mijn vriend Jappe en ik waren die maandag in de Hindeloper toren naar boven geklommen. Vanaf deze plek konden wij Hindeloopen en de ruime omgeving goed overzien. In de verte ontdekten we legervoertuigen. Op de Nieuwe Aanleg sloegen zij af, richting Hindeloopen.  Wij zijn hals-over-kop naar beneden gerend.

                                                                         

                                                      Een Canadese Brenguncarrier bij het museum Hidde Nijland Stichting.

16 april 1945, tussen 18.00 en 19.00 uur.

Foto: Henk de Bruin  

Na de bevrijding op 16 april 1945, ontdekte een van de Canadezen, dat hier een vriend van hem begraven lag.

V.l.n.r. Ykpe Ypma, Jildert Smith, Johannes Glashouwer, twee Canadese soldaten, Neeltje (zus) Faber, Johannes Nijholt, ?

  Toen wij aan de westkant van de Hidde Nijland Stichting waren aangekomen, zagen wij daar bij een rupsvoertuig een soldaat staan. Wij liepen naar hem toe en ik vroeg hem, waar hij vandaan kwam. Hij gaf uiteraard geen antwoord, maar hij wilde wel van ons weten of er nog 'Germans' in de buurt waren. Bij de eerste trekken aan de goudgele Engelse sigaret (Player) kreeg ik het gevoel of ik onderuit zou gaan.  

                                                        

 

Later op die dag kregen Anne Meines, Anne de Boer en ik nog een moeilijke vraag voorgelegd. De commandant van de N.B.S. Hindeloopen, Lammert de Boer, verzocht ons de volgende nacht aan de Westerdijk een soort wacht te houden. Dit met het oog op Duitse soldaten, die eventueel zouden proberen Stavoren te ontvluchten via Molkwerum en Hindeloopen. Dit plan leek ons alle drie levensgevaarlijk; wij hadden nog nooit een wapen vastgehouden.

 Maar omdat de postkantoorhouder Lykele Griek met vrouw en kind was ondergedoken, konden wij over de sleutel van het postkantoor beschikken. En zo ontstond de mogelijkheid telefonisch contact te leggen tussen Schuilenburg (Westerdijk) en de houtzagerij van het waterschap op de Nieuwe Aanleg (Ooster­dijk). Wij hielden dus binnenshuis de wacht. 

Ondanks de spannende uren ontbrak ook hier de vrolijke noot niet. Eeltje Mulder (N.B.S.) gaf telefonisch een schitterende voordracht ten beste. 's Nachts kwam de commandant van de N.B.S. even om de hoek kijken om te zien of alles goed ging. Een groot gedeelte van de nacht was er zuidzuidwest van Hindeloopen het geluid te horen van een scheepsmotor. Zouden de Duitsers geprobeerd hebben de Hollandse wal te bereiken? 

Reeds enige weken voordat de bevrijding van Nederland een feit was, waren in Hindeloopen Lykele Griek en Reitje Stallmann benaderd door het Friesche Comité voor Hulp aan Holland. Ze werden verzocht een onder­grondse actie voor te bereiden voor Hulp aan Holland. De hongersnood in de westelijke provincies was zo hoog gestegen, dat duizenden dagelijks van uitputting stierven. Het was de opzet om zo spoedig mogelijk na de bevrijding grote hoeveelheden voedsel naar Holland te zenden. Toen Hindeloopen op 16 april 1945 bevrijd was, werd de commissie uitgebreid met Piet v.d Brug, Willem Glashouwer, Thones Zweed en W.J. (joods onderduiker).

Ze ontwikkelden plannen m.b.t. de te verzamelen goederen, de promotie en het transport. Vooral aan de promotie werd veel aandacht besteed. Met hulp van anderen werd elk Hindeloper gezin bezocht en om een bijdrage gevraagd op de inschrijflijst. Zowel goederen als financiële giften waren welkom. In totaal werd 25,6 ton goederen ingezameld. Levende have kon niet opgegeven worden. Dit was een teleurstelling voor enkele veehouders, die koeien en schapen hadden aangeboden.

De lijst van ingekomen goederen zag er als volgt uit: 

700 korf aardappelen 172 pond groene erwten 13 Edammers 25 pond roggevlokken
101 pond boter 189 pond bruine bonen 30 pond mais 4 pond havermout
595 pond tarwe 37 pond capucijners 10 pond kaas 105 pond meel
883 pond rogge 145 eieren 27 pond ongepelde haver 10 pak kindermeel
3 fl. olie 2,5 pond puddingpoeder 1 pond worst 1 pak lucifers
1 fl. vlees 1 bus melk 1 pond rijst 1 pak sago
2 konijnen 1 bus Trinose 11 pond melkpoeder 1 pak maizena
10 pak pudding 3 pond gort 8 pond gortmeel 5  blik groenten
1 bus tomaten 25 pond tuinbonen    

Toen op 5 mei de Duitsers hadden gecapituleerd, werd er snel gehandeld. De verbluffend grote opbrengst werd al op diezelfde dag aan boord gebracht van 'De Goede Verwachting', de tjalk van Dorus Glashouwer. De Engelse kapitein Vowell, die met zijn 70 manschappen gelegerd was in de christelijke school, had ook zijn medewerking gegeven. Hij regelde een  aantal legerauto's, waarmee de door de commissie gekochte aardappelen naar Hindeloopen werden vervoerd.

Dorus Glashouwer, zijn vrouw Froukje Bakker, hun toen 9-jarige zoon Titte en Reitje Stallmann maakten de oversteek naar Amsterdam. Reitje daarover:

Dorus was met zijn schip aan de buitenkant van de korte brug in de haven gaan liggen. Hier werd begonnen met laden: van alles en nog wat verdween in het ruim. Op maandagavond 7 mei konden wij uitvaren. Door de reddingboot C.A. den Tex (de Aalde Tex) zijn we naar buiten gebracht. De reis ging naar Stavoren.

 De volgende morgen werden we, naar ik meen, opgehaald door een sleepboot van Goedkoop uit Amsterdam. Die nam nog twee of drie schepen mee, geladen met aardappelen waar al flink wat spruiten op stonden. We passeerden Enkhuizen en Marken. Via het IJ voeren we naar de houthaven. Al gauw kwamen er mensen op ons af, die om aardappelen of ander eten vroegen. Ik ontmoette op de wal een man en zei tegen hem: "Wacht maar om de hoek van dat huis, dan breng ik u straks wel wat aardappelen." Hij had een klein jutezakje voor zout bij zich. Ik vulde het met aardappelen en overhandigde het hem zo onopvallend mogelijk. Ik vond dat niet te veel ogen dit moesten zien.

Voor het lossen van het schip moesten wij naar het Singel. We hebben zelf de sluisjes en bruggen bediend. Toen we hadden afgemeerd, ben ik naar de Dam gelopen. Onderweg passeerden mij een paar mannen, die een vrouw op een handkar voortduwden. Zij was inge­smeerd met menie of teer en veren. Dit deed mij wel wat! Op de Dam werd zo nu en dan nog geschoten. 's Nachts sliep ik in het vooronder, bij de aardappelen. De volgende dag belandde ik op de Hindeloper reddingboot, waarmee ik terug ben gereisd naar Hindeloopen.

 De Hindeloper motorreddingboot C.A. den Tex is die dagen bijzonder actief geweest. Onmiddellijk na de capitulatie op 5 mei vertrok de Aalde Tex om te onderzoeken of de havens van Medemblik, Enkhuizen, Hoorn, Edam, Volendam, Monnikendam, Amsterdam, Muiden, Huizen en de monding van de Eem vrij waren voor het binnenvaren van schepen met voedsel voor Holland. Dit op verzoek van het Friesche Comité voor Hulp aan Holland.

In Medemblik en Enkhuizen werd de reddingboot door de Duitsers aangehouden, doch daarna wel doorgelaten. In Volendam was de haven versperd door twee gezonken vaartuigen.

 De bemanning overnachtte in Amsterdam. Een bezoek aan de zuidelijke IJsselmeerkust bleek de volgende dag niet meer nodig. Op de terugweg deed men de overige plaatsen aan de westkust van het IJsselmeer aan en 's avonds was de boot weer terug in Hindeloopen.

 Dankzij de verkenningstocht van de C.A. den Tex kon op dinsdag 8 mei, 's morgens om 7.00 uur, een konvooi van 45 met voedsel beladen schepen van Stavoren naar Amsterdam vertrek­ken. De reddingboot begeleidde dit konvooi. Wederom werd overnacht in Amsterdam. Reitje Stallmann kwam daar toen aan boord:

De reddingboot lag aan de De Ruyterkade. Aan boord trof ik Gerke Mulder, Siep Amster­dam en Johannes Mulder. We zijn 's woensdags weer naar huis gegaan. Ik heb bij Marken nog even aan het roer gestaan, maar dat viel niet mee. Er zat te veel ruimte op de ketting, zodat je het schip telkens moest 'opvangen'. Hoe het verder is gegaan met het lossen van het schip van Dorus, weet ik niet. Daar was ik niet meer bij.

 Schipper Dorus Glashouwer werd voor zijn inzet persoonlijk bedankt door de burgemeester van Amsterdam. Dorus maakte hierover de volgende notitie:

Door den directeur van Hulp aan Holland ben ik aan den burgemees­ter van Amsterdam voorgesteld. De burgemeester begroette mij met de woorden: "U is de eerste schipper, die in Amsterdam met levensmiddelen voor de bevolking na de bevrijding aankwam." Hij waardeerde het bijzonder, dat het kleine stadje Hindeloopen zoo zijn medewerking verleende. Op zijn vraag: "Waar hoort u persoonlijk thuis?" zei ik, dat ik uit Hindeloopen kwam. De burgemeester zei tegen mij in het Friesch: "Myn heit is berne yn Koudum. Koudum en Hylpen leinen net sa fier fan mekoar as no." Toen vroeg hij wat of mijn vaart altijd is geweest? Ik antwoordde, dat ik steeds met aardappelen van Friesland naar Amsterdam voer. De burgemeester sprak de wensch uit dat hij hoopte, dat ik nog vele levensmiddelen moge brengen. Gaarne had de burgemeester mij nog langer te woord gestaan, maar hij had het zeer druk. Ik kreeg van hem ten afscheid een warme handdruk.

 Het Interkerkelijk Bureau uit Amsterdam dankte per brief op 9 mei 1945 het plaatselijk comité te Hindeloopen. Een fragment uit deze brief luidt:

Dit is het eerste schip met levensmiddelen, dat hier na de bevrijding is aangekomen. Het vervult ons met ontroering, als wij bedenken, hoe de bevolking van Hindeloopen reeds bij voorbaat deze goederen vrijwillig heeft bijeengebracht, in afwachting van het ogenblik, dat Amsterdam bevrijd zou zijn.

 De N.B.S. bleef na de bevrijding nog enige tijd actief. Samen met de geallieerden herstelden ze orde en gezag. Bovendien werden 'foute' Nederlanders opgebracht en gevangengezet. Er werd in Hindeloopen gepatrouilleerd om het gevaar van de enkele Duitser, die zich mogelijk nog zou verzetten, te beteugelen.

 De Hindeloper gevechtsgroep heeft enige tijd dienstgedaan in Sondel, waar ze NSBers bewaakten in het voormalige Duitse radiopeilstation.  Bovendien voeren enkele leden van de Hindeloper gevechtsgroep mee als bewaker op de schepen, die voedsel brachten naar het hongerende deel van Neder­land. Op deze overtochten werden ook onderduikers meegenomen, die huiswaarts keerden.      

De joodse onderduikers konden zich nu ook vrij op straat begeven. Als eerste informeerden ze naar hun familie. Eva Wolf, die in Workum bij de familie Weerstra ondergedoken had gezeten, wilde haar broer Herbert zo spoedig mogelijk weerzien. Herbert was ondergedoken geweest in Molkwerum bij de familie Folkertsma. Beiden hebben nooit van elkaar geweten waar ze precies verbleven. Ze wisten alleen, dat de ander ergens in de omgeving van Hindeloopen zat.

 Direct na de bevrijding gingen ze op de fiets naar Hindeloopen, naar hun contactpersoon Willem Glashouwer. Eva en Herbert arriveerden tegelijkertijd op de Nieuwstad, elk van een kant: een geweldig moment!

                                                             

             De Nyste, waar Eva en Herbert Wolf elkaar na de oorlog hebben weergezien.

                                 Links: de pastorie van ds. Wouda, waar Loesje 'woonde' en Eva Wolf zat ondergedoken. 

                                    Rechts: het huis van de familie W.H. Glashouwer. Tegen de gevel de fiets van 'Ali'.

 De onderduikers wilden zo snel mogelijk herenigd worden met hun familie. En ze wilden ook graag weer naar huis. Het reizen was in die tijd echter nog niet zo comfortabel. Hier kwamen Eva en haar zuster Alice, die ondergedoken was geweest bij de familie Wouda in de pastorie, al spoedig achter. Zij reisden na de bevrijding via 's-Hertogenbosch naar Amsterdam. Met een veewagen vertrokken ze uit Workum. De wagen had twee verdiepingen. Op de bovenverdieping werden schapen vervoerd; daaronder zaten de zusters Wolf. De vloer, waarop de schapen stonden, vertoonde nogal wat gaten en kieren. Het gevolg was, dat wanneer één van de schapen zijn behoefte deed, de zussen daarvan konden meegenieten.

 Vanuit 's-Hertogenbosch zijn ze met een rijnaak verder gereisd naar Amsterdam. Dit schip was gebruikt voor de repatriëring van mannen, die in Duitsland tewerkgesteld waren geweest. Toen ze eindelijk in Amsterdam aankwamen, werden ze door hun moeder regelrecht naar de badkamer gestuurd.